Spiritualiteit van het zonnelied
door Marjan Bosch
Marjan Bosch is theoloog, hovenier en huijbergier bij De Huijberg, plek met aandacht voor aarde en adem in Huijbergen.
Zie www.dehuijberg.nl voor de diverse activiteiten in dit jubileumjaar van het Zonnelied.
Het is 1225, in Toscane, Italië. Franciscus (geboren in 1182) is aan het eind van zijn leven gekomen. Hij heeft zich ontwikkeld van feestende koopmanszoon die ridder wil worden tot bedelmonnik met duizenden Franciscaanse broeders en zusters (de Clarissen) die de geloften van armoede, gehoorzaamheid en kuisheid volgen. Hij trekt nog steeds rond in een rafelige pij met zijn blote voeten op de aarde. Zijn ogen zijn ziek, licht verdraagt hij nog maar moeilijk. Zijn lichaam, dat hij broeder ezel noemt, is een last.
En dan, terwijl hij vast voelt dat zijn leven wegglijdt, ontspringt er een lied: het lied van de schepselen, beter bekend als zonnelied. Een lied dat misschien al jaren in hem rondzingt. In ieder geval een lied waarvan de kracht na 800 jaar nog steeds voelbaar is. De Franciscaanse Beweging en de Laudato si’ alliantie vieren het dit jaar veelzijdig, tegelijk met het 10e levensjaar van de encycliek Laudato si’ van Paus Franciscus.
Hoe kunnen we dit lied zo horen dat het binnenkomt en je raakt? Welke inspiratie is erin te vinden?
Verwantschap
Een van de eerste dingen die binnenkomen is het benoemen van de aarde, de elementen en alle schepselen als broeders en zusters. Die verwantschap gaat Franciscus aan het hart. Stel het je maar voor: we zijn allemaal familie in deze lange keten van de schepping. En worden opgeroepen de schepper, de Allerhoogste, te prijzen.
Eenvoud
Voor Franciscus was dit de manier van leven: recht doen aan alles wat God gegeven heeft. Het gaat niet om de leer, om dogma’s. Het gaat om leven vanuit eenvoud, verwondering en verbondenheid. Hij beweegt mee met de natuur, sluit erbij aan, geven en nemen is in balans.
Als hovenier bij De Huijberg spreekt die basis me heel erg aan: we leven in een kwetsbaar ecosysteem. In die 800 jaar is er met de aarde veel gebeurd, de laatste 100 jaar in een versneld en schrikbarend tempo. Het zonnelied roept op om de verbinding te zoeken met de bodem, de basis: de aarde en de verbondenheid tussen alle schepselen. De permacultuur en haar ethische principes sluiten daar naadloos bij aan: zorg voor de aarde, zorg voor de mensen, deel van je overvloed. Probeer zo te leven dat je daar in meebeweegt. Neem niet meer van de aarde dan je kunt geven.
Verbinding
Vanuit die verbondenheid en eenheid kun je jezelf voeden. Er tijd en ruimte voor te scheppen. Niet dat we een numineuze ervaring kunnen organiseren, maar voor sprankjes ervan kunnen we wel de voorwaarden creëren. We zouden bijvoorbeeld zomaar eens kunnen gaan liggen in het gras. Alleen maar kijken naar de hemel, naar het blauw of de wolken. Of in het donker, naar maan en sterren.
We zouden een half uur kunnen gaan zitten terwijl de schemer invalt. Om mee te beleven hoe de kleuren veranderen, de geluiden. Merken hoe de dag ten einde loopt. Horen hoe de vogels hun laatste geluiden maken. En zomaar te filosoferen over een vraag als: waar gaat het nu eigenlijk om in het leven?
Levenshouding
Waar het om gaat? Het zonnelied kan ons een aantal antwoorden geven.
Sommigen lezen het als een spiegel voor een manier van leven. Alle eigenschappen die worden toegedicht aan de elementen en de schepselen: zijn dat ook geen woorden die passen op ons mensenleven?
Allereerst is er de Allerhoogste die alle lof en roem en eer toekomt. God, de Eeuwige, de Onnoembare, die voor Franciscus een onafscheidelijk metgezel en richtinggever was. Dit lied laat ons steeds weer herhalen: we noemen en roemen die schepper, en Hij wordt door alle schepselen geprezen. Veel vertalingen spreken ook van geprezen worden ‘met’ of ‘om’, maar toonaangevende Franciscanen zijn het er tegenwoordig over eens: het vroeg-italiaanse ‘per’ vertalen we met ‘door’.
Broeder zon is de dag, en verlicht ons door zichzelf. Hij straalt met grote glans en draagt het teken van de Hoogste. Daar kun je de vraag bij stellen: hoe verlicht ik, en hoe draag ik dat teken?
Zuster maan en sterren zijn helder en kostbaar en mooi. Hoe laat ik dat van mezelf zien met mijn levenshouding?
Broeder wind onderhoudt het leven van God’s schepselen in elk seizoen en bij ieder weer. Houd ik dat ook vol? Hoe is het met mijn levensadem, mijn inspiratie?
Zuster water is ‘nuttig, nederig, kostbaar, kuis’. Dat kan de vraag oproepen: hoe waardevol en integer ga ik om met mezelf, de ander, de Ander, de Aarde?
Broeder vuur verwarmt en geeft licht. Hij is mooi, speels, stoer en sterk. Waar kan ik contact maken met mijn licht en warmte, met mijn goddelijk vuur? Hoe mooi, speels, stoer en sterk kan ik daarmee omgaan? Hoe brandt mijn hart in mij om te verwarmen, licht te geven?
Zuster, moeder Aarde voedt en leidt de mens. Voeden en leiden. Delen van overvloed en de weg wijzen. Doe ik dat ook? En wat voor vruchten, wat voor soort leven brengt dat voort? Bedenk maar eens hoe bont en kleurrijk jouw boeket is. Hoe jouw persoon/tuin eruitziet, hoe hij voelt, ruikt en smaakt. En hoeveel andere mensen daarvan (hebben) kunnen meegenieten.
Vrede
En dan komt die mooie maar wat ingewikkelde strofe over liefde en vergeving. Toegevoegd op het moment dat het gelukt was weer vrede te sluiten tussen priester en burgemeester.
Wees geprezen, Eeuwige,
door wie omwille van jouw liefde
vergiffenis schenken,
en ziekte en verdrukking dragen.
Gelukkig wie dat dragen in vrede,
want door jou, Allerhoogste,
worden zij gekroond.
Vrede en liefde, als ultieme houding, als wens, als tegenwicht tegen onmin, ziekte, verdrukking. Als uitgangspunt ook voor onze verhouding tot de schepping: laten we bidden om ommekeer ten gunste van aarde, milieu en klimaat. ‘Vrede en alle goeds’ is niet voor niets de groet waaraan Franciscanen graag herkend worden.
Tot in de dood
Geen levend mens kan haar ontvluchten: onze zuster de lichamelijke dood. Maar zorg dat je niet voor je dood al dood gaat, zingt het zonnelied. Dus leef je leven. Besef je sterfelijkheid. Maar wees niet bang.
Want dan komt de laatste frase, met misschien wel de kern van de spiritualiteit van Franciscus en dit zonnelied:
Prijs en zegen de Eeuwige,
en dank en dien Hem in grote nederigheid.
Nederigheid: humilitas, humility. Daar zit het woord humus in, aarde en voedingsbodem. Meet je een houding ‘van de aarde’ aan: nederig, dankbaar, kwetsbaar en sterk.
Kosmische lofzang
Zo komen we aan het eind van deze kosmische lofzang. Waarin we verbondenheid kunnen herkennen. Evenwicht met onze broeders en zusters herstellen. Een bodem vinden. Dankbaarheid voelen. En dienstbaarheid aan het grote geheel. Hoe kunnen we dat leven, voorleven, vertellen? Hoe kunnen we daar eenheid in vinden en verbinding met elkaar? Franciscus wilde het al zo graag: dat alle neuzen dezelfde kant op stonden. Dat al zijn volgelingen doordrongen waren van dezelfde levenshouding, hetzelfde geloof in eenvoud en vertrouwen. Maar voordat hij stierf werd hem al duidelijk dat zijn broeders een andere kant op gingen. Kozen voor andere vaste grond onder de voeten en een degelijk dak boven hun hoofd.
Spel
Eigenlijk is het zonnelied vooral een klinkende psalm, een overtuigend credo en testament. Je kunt het zelfs uitspelen, je inleven in al die kwaliteiten van de elementen. Ben ik dat ook? Kan ik zo schepsel met de schepselen zijn dat ik mooi, stoer, sterk, vredelievend, integer ben? Kan ik instemmen met dit lied? Kan ik loven en prijzen, hoe dan? En wat betekent dat voor mij? Of is het meer een danken en eerbied voelen? Word ik stil en keer ik naar binnen, of ga ik liever naar buiten de natuur in?
De oorspronkelijke melodie is helaas verloren gegaan. Maar er zijn diverse zingbare versies. Zodat we als pelgrims van hoop op een leefbare aarde opgetild kunnen worden door de muziek én door de aarde en de schepping. Zingend, dubbel biddend, onderweg.
Het zonnelied heeft Paus Franciscus geïnspireerd tot het schrijven van zijn encycliek Laudato si’. Een indringende oproep tot zorg voor aarde en aarde, tot ecologische bekering.
Geïnspireerd door deze 800 jaar oude tekst kunnen we blijven zoeken naar de juiste woorden, een passende houding, een hedendaagse spiritualiteit om de geadresseerde, de Allerhoogste, de Ene, de Schepper, de levensenergie, lof en eer te brengen. In woorden en daden. In wat we doen en wat we laten.
Marjan Bosch is theoloog, hovenier en huijbergier bij De Huijberg, plek met aandacht voor aarde en adem in Huijbergen. Zie www.dehuijberg.nl voor de diverse activiteiten in dit jubileumjaar.
Samen met de Broeders van Huijbergen schreef ze 12 vespers rond thema’s uit het zonnelied, downloadbare versie op: https://www.broedersvanhuijbergen.nl/event/vespervieringen-laudato-si/
Veel activiteiten rond het zonnelied en het zonneliedpad zijn te vinden op https://laudato-si.nl/zonnelied/
No comment yet, add your voice below!