Oude paden, diep verlangen – een persoonlijk reisverhaal
Als dochter van dove ouders is de stilte mij vertrouwd. Nu weet ik inmiddels dat in de stilte vragen opwellen die mij ter harte gaan en die als een gids zijn op mijn levensweg. Zo stelde ik in mijn jonge jaren mezelf vragen die mij op weg zetten: wie ben ik en waartoe? Het was een levensgevoel van waaruit ik in die dagen mijn vragen stelde, weliswaar onbewust en niet in de stellige bewoordingen zoals ik ze later in boeken ben tegengekomen: wat is de zin van mijn leven, waarom ben ik eigenlijk hier op aarde? Iets in mij stelde deze vragen, of liever, liet mij zoeken naar antwoorden en motiveerde mij in de keuzes die ik maakte. De keuzes waren deels bewust en deels onbewust, vanuit een innerlijk weten welke kant ik uit wilde om antwoorden te vinden. Zo ging ik op weg.
Ik koos er voor om aan de universiteit religiestudies te gaan studeren, een toentertijd nieuwe studie die paste bij wat ik zocht: een brede verdieping in verschillende religies en aanverwante vakken zoals psychologie en filosofie. Over God wist ik toen eigenlijk niets, want oude godsbeelden hadden voor mij afgedaan en nieuwe godsbeelden hadden zich nog niet gevormd. Ik was vrij om te ontdekken wat ik nu eigenlijk geloof. Overigens, het woord geloof had toentertijd ook geen betekenis voor mij, waarschijnlijk omdat het woord te ver afstond van wat mij innerlijk bewoog. Woorden als God en geloof verwezen naar iets buiten mij en daarmee kon ik mij niet verbinden. Maar ik was wel nieuwsgierig. En zo was ik zoekend naar wat dan wel bij mij past als het gaat om zingeving, om de reden van mijn bestaan.
Gedurende mijn universitaire studie, waar ik de tijd voor nam en acht jaar over gedaan heb, zei ik jarenlang tegen vrienden dat het donker was om mij heen wat betreft het inzicht dat ik zocht en de beroepsrichting die ik uit wilde gaan. Nergens viel nog een lichtpuntje te ontwaren. Ik wist wel dat ik de juiste studiekeuze had gemaakt, maar de zingeving van wie ik ben had ik nog nergens gevonden. Het was natuurlijk een zeer intellectuele studie, en ik wist toen nog niet dat de antwoorden op mijn vragen niet op dat niveau te vinden zijn. Ik bleef volhouden en geleidelijk aan wijzigde ik mijn koers: ik bleef wel studeren maar gaf mijzelf vrije ruimte om leeg te worden van alle wetenschappelijke verwachtingen die er op mij werden gelegd. Dit deed ik door me bezig te houden met de zeer praktische benadering van de boeddhistische monnik Thich Nhat Hanh: leven met aandacht. Ik verdiepte mij in zijn meditatieve benadering van het leven en van de mens. Ik bezocht hem enkele malen in zijn sangha in Frankrijk: Plum Village. Ik las zijn boeken. Wat ik ontdekte, klopte met het leven zoals ik dat ervoer en tegelijkertijd ontdekte ik de ruimte voor het mysterie, het onbekende en het onverklaarbare. En ik veranderde geleidelijk aan, ging anders in het leven staan en werd me bewuster van de diepgang in de menselijke ziel.
Op een keer had ik een droom; lopend door het gras in loopmeditatie met Thich Nhat Hanh en zijn gemeenschap, ging ik op een gegeven moment mijn eigen weg en trok mijn eigen spoor in een nog ongerept weiland waar zich mijn voetstappen aftekenden in het platgetrapte gras achter mij. Deze droom is mij altijd bijgebleven en gaf mij toentertijd het vertrouwen dat ik zocht, namelijk dat ik ongebaande wegen mocht bewandelen daarbij vertrouwend op een innerlijke gids. Ik mocht in alle eenzaamheid de ongebaande wegen in mijn leven verkennen om te zien waar ik uit zou komen, al wandelend in de voetsporen van oude tradities en vanuit het toentertijd nog onbewuste vertrouwen in de dragende en leidende kracht van mijn diepste verlangen.
In die tijd dat ik mijn droom droomde had ik inmiddels ook via het Titus Brandsma Instituut kennis gemaakt met de christelijke monastieke traditie waarin ruimte is voor de mystieke godservaring. Vele jaren heb ik mystieke teksten bestudeerd en ben zelfs gepromoveerd op de mystieke theologie van de Engelse visionaire Julianne van Norwich. Geleidelijk aan is zich in mij een proces gaan voltrekken waarin mijn persoonlijke ervaring zich is gaan afstemmen op het mystieke en ben ik bewust erop gaan vertrouwen dat het mystieke zich verbindt met mijn levensweg. Het mystieke ben ik gaan ervaren als een luisterende wijsheid, die mij dieper kent dan ik mijzelf ken. Het diepste kennen van onszelf blijft immers een mysterie.
Zo is God voor mij een gids geworden. Mijn God is in mijn vragen, in mijn verlangen en in mijn innerlijke stilte, en deze tezamen zijn als een intuïtie die, ook als ik het zelf nog niet weet, mijn weg weet te vinden al is het op slingerwegen.
In het gaan van mijn weg heb ik mij in de loop van de jaren mogen ontwikkelen tot een mystagoge, iemand die anderen begeleidt (agein) in het mysterie (mysta). Ik ben een gids geworden op de onbekende wegen die mensen verkennen om het geheim van hun diepste zelf te ontdekken. De ander ervaart de ruimte om als het ware bij zichzelf naar binnen te luisteren. Het brengt hem of haar dieper dan het verstandelijke verwerken. Hij of zij krijgt voeling met het innerlijk verlangen en de eigen krachtbronnen. Nog steeds zoek ik naar woorden om uit te drukken wat een mystagoge nu eigenlijk doet: moderne woorden die een kompas kunnen zijn op die oude weg die tevens van alle tijden is. Ik begin dan vaak te stamelen, want ook al zijn er woorden te vinden, de essentie is zo moeilijk overdraagbaar. Niet iedereen is er gevoelig voor. Mijn woorden worden pas zinvol als iemand ze van binnenuit kan aanvoelen, wanneer je het ‘aha gevoel’ krijgt of wanneer iets in hen antwoordt: dat herken ik, of misschien wel, daar verlang ik naar! Een persoonlijke snaar wordt dan geraakt.
De instrumenten die ik in de mystagogische begeleiding gebruik zijn verscheiden.
In groepen lees en bespreek ik mystieke teksten en kies deze uit op, wat ik noem, hun specifieke ontplooiingskracht. Zoals groei in zelfvertrouwen, de ontdekking van wie je ten diepste bent, heling van kwetsuren, durven verkennen van nieuwe wegen, van vertrouwen en van verlangen. Door met elkaar te spreken over wat de mystieke tekst jou zegt en hoe ze jou uitdaagt, word je verder gebracht in het je eigen maken van de ontplooiing die wil gebeuren in jou. Verder werk ik met de wijsheid van het lichaam en met creatieve oefeningen, bijvoorbeeld met klei of met de natuur en met zang. Het innerlijk bewust worden gebeurt ook via zintuigen, handen en stem, die vorm geven aan wat iemand ten diepste weet maar wat ook nog een mysterie is. Dat kan heel verassend zijn. Tijdens bezinningsweekenden mediteren we ook in stilte, want innerlijke stilte beschouw ik als het fundament van mystagogische omvormingsprocessen. En zelf ben ik natuurlijk een belangrijk instrument. De bron van mijn mystagogische begeleiding is mijn innerlijke stilte, van waaruit ik gehoor kan geven aan het ontplooiingsproces dat zich wil voltrekken in de ander.
Onlangs ben ik eenzelfde mystieke dynamiek tegengekomen in een moderne ‘look’. Het gaat om de Theorie U die ontwikkeld is als dynamisch instrument voor gewenste persoonlijke, culturele en bestuurskundige veranderingen in het bedrijfsleven. Oude religieuze tradities hebben invloed gehad op de moderne vormgeving van Theorie U. Deze theorie zoekt de verdieping van de open geest, open hart en open wil, opdat verandering mogelijk wordt vanuit de toekomst die op ons af komt, de toekomst die gewild wordt. Het valt me op dat ook veel jonge mensen zich geboeid weten door Theorie U. Ik merk dat mensen zoekende zijn naar wie zij werkelijk zijn om van daaruit hun werk vorm te geven. In mijn woorden, de diepste verandering kan gebeuren wanneer iemand in aanraking is met zijn of haar diepste verlangen. Deze krijgt geleidelijk aan vorm in wie iemand werkelijk wil zijn en wat iemand werkelijk in de context van zijn of haar werk wil doen. Vaak gaat het in de zoektocht naar zichzelf om, wat ik noem, een verschuiving van zwaartepunt. We zijn geneigd om het verstand in te zetten als ons belangrijkste instrument, maar de kracht daarvan is beperkt. Gevoel, verlangen, intuïtie, innerlijk vertrouwen en innerlijke stilte zijn ook belangrijke kenbronnen om te weten wie je bent en wat je wilt.
Tijdens een training in Theorie U leerde ik een prachtige oefening, met een zeer verrassend en krachtig effect. Probeer het zelf maar. Je kunt de oefening heel goed alleen of in tweetallen doen, waarbij de één de ander op de weg van gedachten, gevoelens en wil begeleidt en de bijbehorende vragen stelt: van het hoofd naar beneden naar de buik en zoals in de U weer naar boven naar het hart. Het gaat zo:
Neem een persoonlijke vraag in gedachten die jou bezig houdt en die voor jou als een gids op je weg kan zijn. Leg je hand op je voorhoofd: dit is de plaats van je gedachten. Wat zeggen je gedachten? Leg je hand op je buik: dit is de plaats van je gevoelens. Wat zeggen je gevoelens? Willen je gevoelens nog iets zeggen tegen je gedachten? Leg je hand op je hart: dit is de plaats van je wil, je verlangen. Wat zegt je verlangen? Wil je hart iets zeggen tegen je gedachten of tegen je gevoelens? Schrijf maar op wat je hebt ervaren in deze innerlijke dialoog.
Luister maar naar jezelf, naar alle gevoelens en gedachten die in je omgaan, naar je zielsbewegingen. Treedt binnen in het diepste centrum van je ziel waar het stil wordt en waar je gaat voelen dat je je mag toevertrouwen aan jouw verlangen, je intuïtie en kunt vertrouwen op je wilskracht. Wellicht merk je dat het in je hart stil wordt, dat er vertrouwen en zelfvertrouwen is. Wat verlang jij? Welke ongebaande wegen zou je willen gaan?
Gepubliceerd in: ‘In mij stroomt een rivier. Remonstrantse predikanten over wat hen bezielt.’