Skip to content

De wederkerigheid van zelfkennis en Godskennis

Hoe zijn de visioenen van Julianne van Norwich voor mij persoonlijk een baken? Dat is geen vreemde vraag, want ruim twintig jaren heb ik mij verdiept in haar werk en ik ben gepromoveerd op haar theologie en mystagogie. Mijn onderzoek heeft meer betekend dan wetenschappelijke studie. Het heeft mij zelf het mysterie laten binnengaan. Hier leest u dus een persoonlijk verhaal, in de ik-vorm. Toch vermoed ik dat u zich in mijn verhaal kunt herkennen en die herkenning wil ik oproepen. Ik sluit mij dan ook aan bij de intentie die Julianne ooit uitsprak: dat uw eigen ervaring een dieper vertrouwen mag geven dan mijn woorden kunnen overbrengen.

Een wijsheid van Julianne die mij nieuwsgierig heeft gemaakt en die geleidelijk aan een vertrouwen in mij verankerd heeft, gaat over de wederkerigheid van zelfkennis en godskennis. 

Zo zag ik dat de Godskennis vlotter en gemakkelijker in ons bereik ligt dan de kennis van onze eigen ziel.


Op het eerste gezicht is dit een vreemde uitspraak. De mystici zeggen immers graag dat God onkenbaar is en díe waarheid kunnen we zeker niet loslaten. Kennis van God gaat ons te boven. En toch, zeggen deze woorden dat we gemakkelijker van God kunnen weten dan dat we onze eigen ziel kennen. Het is een paradoxale uitspraak, kenmerkend voor mystiek, waarin mijn denken geen houvast vindt en die mij daardoor laat luisteren naar mijn diepere intuïtie dat ik voor mezelf altijd een mysterie zal zijn. Als ik mezelf wil leren kennen, dan ga ik een mysterie tegemoet.

Een baken wil mij veiligheid bieden op de weg, opdat ik niet afdwaal. Waar komt de veiligheid vandaan wanneer ik me toevertrouw aan een mystieke tekst, terwijl deze me binnenleidt in het onbekende van wie ik ben? De veiligheid voel ik diep van binnen, doordat de godservaringen van Julianne accordeert met mijn eigen ervaring. Haar godsbesef is doordrongen van een intense vreugde.

En nooit kunnen we met willen en met minnen ophouden tot we God bezitten in de volheid van de vreugde.

Wanneer we in waarheid en helderheid weten en zien wat het “ik” is, dan zullen we ook onze God echt en klaar zien en kennen in volheid van vreugde.


Ik zal dit proberen te duiden met mijn eigen ervaring. Ik weet nog precies waar ik als 17 jarige fietste toen een intense vreugde uit het niets en zonder reden in mij ontvlamde. Mijn onmiddellijke gedachte was: ‘dit is niet van mij; deze vreugde is in mij, maar groter dan mijn eigen vreugde.’ Het was een mystieke aanraking. Deze ervaring werd de bron waardoor ik mij jaren later zonder voorbehoud door Julianne kon laten leiden in het geheim van godskennis en zelfkennis.

Ik ben in dialoog gegaan met een veertiende-eeuwse vrouw die een wijsheid van alle tijden heeft opgeschreven. Dit betekende het leren verstaan van een mystagogische begeleiding die is vormgegeven binnen een christelijke theologie. Julianne’s levensbeschouwing was gekleurd door de christelijke tijdsgeest en dat vroeg ook van haarzelf een proces van onderscheiding. Op haar theologie en haar onderscheidings-proces dat bevrijdende inzichten heeft gebracht, zal ik hier niet ingaan. Liever wil verkennen hoe de wijze van haar visionaire schouwen een richting gever in mijn eigen mystagogische ontwikkeling is. Zoals de vreugde in haar schouwen voor mij een steevast baken vormde.

In haar visionaire schouwen onderscheidt Julianne drie aspecten. Zintuigelijke waarneming; woorden die zich vormen in haar geest (bewustwording); en geestelijke waarneming die onuitsprekelijk is (spiritueel inzicht). God zelf wil ons dit inzicht geven. Het mooie is dat Julianne het merendeel van haar geschrift wijdt aan het onzegbare. Haar mystagogische kracht ligt in de taaluitingen die cirkelen om het mysterie, om, zoals Julianne het noemt, onze ziel te leren zich in wijsheid te hechten in de goedheid van God. De drie bakens die Julianne in haar schouwen begeleidden, kunnen ook mij in dit mysterie begeleiden. Aandacht geven aan mijn levenservaring (zintuiglijke waarneming); een diepere motivatie in mijn ervaringen gewaarworden (bewustwording); en mij aan God toevertrouwen in het wordingsproces van wie ik ten diepste ben (spiritueel inzicht).

Een baken in de visioenen van Julianne zijn de woorden die zich vormen in haar geest. In verwondering over wat zij schouwt stelt zij vragen en ontvangt antwoorden, die soms weer tot nieuwe vragen leiden.

Ik bekeek het nauwkeurig met het oog van mijn verstand en dacht: “Wat zou dit kunnen zijn?”


Het stellen van vragen en reflectie op de vraag is één van de wijzen waarop ik tot zelfkennis mag komen. De vraag wordt mijn mystagoog, een richting gever die mij voorbij het bekende brengt. Door te vragen krijg ik toegang tot het mysterie van mijzelf. Soms is er een onbestemd gevoel of er gebeurt iets, waarvan ik me afvraag ‘wat zou dit kunnen zijn’ en ‘waartoe mag dit mij brengen’? Oftewel, wat is de diepere motivatie die in mij verborgen ligt? Ik kan de vraag lang uit de weg gaan, maar soms is ze er ineens. Dan wordt er een antwoord verlangd. De antwoorden liggen niet voor het grijpen, maar zullen zich openbaren in het luisteren naar de vraag, naar alle gevoelens die daarmee gepaard gaan en in de reflectie op wat tot deze vraag heeft geleid. Ik kijk terug en ik kijk vooruit. Ik denk na en doorvoel de emoties die de verschillende perspectieven op de vraag en op het verhaal daaromtrent met zich meebrengen. Ik mag mijn verhaal verwerken, door in de spiegel te kijken, door datgene wat mij is overkomen of wat mij mogelijk te wachten staat te accepteren en daarin bij mezelf te komen en te zien wat er mogelijk is: welke perspectieven zich openen. Soms ontstaat er iets nieuws wat ik nooit had kunnen bedenken. Soms word ik juist steviger geworteld in wat mij vertrouwd is. De vragen waarmee ik leef geven mij uiteindelijk aan mezelf wanneer ik het antwoord ga leven. Ik ervaar dit als een omgaan met het mysterie.

Een onuitsprekelijk visioen dat mij lange tijd heeft beziggehouden in de duiding van mijn levenservaring is Julianne’s schouwen van God in zichzelf.

En daarna schouwde ik God in zichzelf, naar de kracht van mijn begripsvermogen, en doorheen dit visioen zag ik dat God in alle dingen aanwezig is. Ik schouwde met aandacht, ziende en wetende in dit visioen dat God alles doet dat gedaan wordt.


Door de vragende reflectie op mijn levenservaring en de diepere motivatie die daarin aan het licht komt, is een vertrouwen ontstaan dat toeval soms niet bestaat en dat er een goddelijke aanwezigheid kan zijn in wat mij mag toevallen in het bewust worden van wie ik ben en waartoe. Op sommige momenten in mijn leven ontstaan er onverwachte mogelijkheden die mij dichter bij mijzelf brengen. Dit vertrouwen hecht mij in het mysterie dat God zelf mij begeleidt in het worden van wie ik ben. Zo mijmerend over de wederkerigheid van zelfkennis en godskennis begin ik me af te vragen of God mij dieper kent dan ik mezelf ken. Zou God mijn innerlijk richtingsgevoel kunnen zijn, dat mij al vragend, reflecterend en ontvangend richting geeft in het mysterie van mezelf? Dit biedt een prachtig spiritueel inzicht: ik begrijp God niet, maar God begrijpt mij ten diepste wel en geeft mij richting en mogelijkheden om te worden wie ik ben.